Vooroordelen over gewicht.

Leerzaam

Naarmate ik me verder verdiep in het wereldwijde overgewicht en obesitas probleem, merk ik dat het me steeds meer interesseert.

Zo kwam ik recent de paper ‘Biologie of gedrag: wat levert de grootste bijdrage aan gewichtstoename?’ tegen.

Zoals de naam al suggereert, wordt er in deze paper gekeken naar wat de grootste bijdrage levert aan gewichtstoename.

Eigenlijk hoef ik deze paper niet eens te lezen want iedereen weet al lang waar overgewicht door komt.

Te veel eten en te weinig bewegen.

En overgewicht is een keuze.

Mensen met overgewicht zijn gewoon lui.

Nee!

Absoluut niet.

Ik zal eerlijk toegeven, voor ik leerde over voeding en gezondheid waren dat inderdaad mijn ideeën.

Dit is helaas ook het beeld wat een overgroot deel van de mensen heeft over gewicht en problemen ermee.

Er heerst een groot stigma op overgewicht en het wordt door veel gezien als een teken van luiheid en gebrek aan discipline.

Door papers als deze worden mijn vooroordelen flink door elkaar geschud.

In deze blog zal ik bevindingen uit de paper delen om hopelijk bij jou hetzelfde in gang te kunnen zetten.

Waarom?

Omdat mensen die worstelen met gewichtsproblemen een helpende hand nodig hebben, geen bekritiserende blik.

Uiteindelijk kunnen we hier allemaal een rol in spelen door onze vooroordelen goed aan de tand te voelen.

Wat zegt de wetenschap?

Overgewicht en de bepalende factoren die maken of iemand er vatbaar voor is, zijn ingewikkelde onderwerpen.

Voor ik verder ga, zal ik alvast de conclusie van de paper geven om één ding duidelijk te maken, we weten vooral heel veel niet!

‘Het reguleren van lichaamsgewicht hangt af van biologische en gedragsfactoren, maar wat de belangrijkste rol speelt bij het veroorzaken van een positieve energiebalans is nog onduidelijk. Gedrag lijkt de belangrijkste factor te zijn die individuele verschillen in gewichtstoename verklaart, hoewel biologie ook een rol speelt en de mate waarin gedrag wordt gestuurd door biologische signalen nog moet worden bepaald.

Hoewel er een kern van waarheid zit in dit idee, komt er wel iets meer bij kijken.

Voor het stukje eten/bewegen hoort nog een schakel te staan. Het is in dit punt van de keten waar de complexiteit naar voren komt.

Elke pijltje kan ook nog een omgekeerde werking hebben. Als je bijvoorbeeld af wil vallen, en toch iets eet wat je liever niet zou eten, kan dit leiden tot negatieve emoties. Deze kunnen vervolgens je hormoonregulatie negatief beïnvloeden waardoor je gaat eten als copingmechanisme.

Dit is slechts 1 van vele voorbeelden die de relatie tussen de verschillende stukjes van de keten duidelijk maakt.

Homeostase

In de paper wordt een zeer interessante bevinding gedeeld.

Elk levend organisme blijft in leven door middel van homeostase. Homeostase gebeurt automatisch buiten onze macht om en heeft als doel om de vitale functies te reguleren zodat we in leven blijven.

Als het op lichaamsgewicht aankomt, is de vitale functie het onderhouden van het gewicht.

Een staat van uithongering is in de natuur heel gevaarlijk en daarom zijn er tal van beschermingsmechanismen die onze lichaamsmassa behouden bij een calorietekort.

Deze beschermingsmechanismen zijn voor elk individu in principe hetzelfde, alleen de mate waarin ze werken, hoe snel ze in gang gezet worden en hoe goed je er mentaal tegen kan verzetten zijn per persoon verschillend.

Daar komt ook nog bij kijken dat gedrag en emotie op zichzelf enorm complex zijn en een zeer sterke invloed hebben op veel van de andere factoren.

Spaarstand

Een van de hardnekkige mechanismen dat ons tegenwerkt, is adaptieve thermogenese ofwel de spaarstand.

Als het lichaam een langer durend calorietekort registreert, gaat het niet vitale functies afremmen om energie te besparen. Dit kan al binnen 4 weken in gang gezet worden en om meer dan 175 calorieën per dag gaan.

Als het eenmaal in gang gezet wordt, heb je een aantal weken nodig om de spaarstand weer ‘uit’ te zetten.

Hier onder een simpel rekensommetje om te laten zien hoe dit er voor kan zorgen dat je aankomt terwijl je in grote lijnen streng dieet.

Dagelijkse calorietekort uit voeding > 400 calorieën / Spaarstand > 175 calorieën / Daadwerkelijke tekort > 225 calorieën

Omdat deze persoon een bepaald verwachtingspatroon heeft gevormd naar aanleiding van de nummers die ze in hun voedings app invoeren, kan het zo zijn dat ze grote stress gaan ervaren als het proces toch anders loopt.

Omdat deze persoon al een tijd lang in een calorietekort zit, is de emotieregulatie flink in de war geschopt. Dit zorgt er voor dat ze in het weekend 2 dagen overeten.

Omdat je calorietekort per week bepaalt of je af valt of niet, zal deze persoon door de 2 weekend dagen niet af vallen.

2 dagen meer eten is niet genoeg om de beschermmechanismen van je lichaam weer uit te schakelen.

Als dit zich weken blijft herhalen kan het lichaam zo veel gaan besparen dat de weekend dagen zullen zorgen dat de persoon weer aan komt terwijl ze het grootste deel van de tijd keihard werken om af te vallen.

Dit kan op zijn beurt weer zorgen dat iemand de handdoek in de ring gooit, minder gaat bewegen en in het ergste geval mentale problemen krijgt waardoor ze zich gaan afzonderen en een hogere drempel ervaren om hulp te zoeken.

Daarbij kan het ook nog zo zijn dat iemand al langere tijd met gewicht en lichaamsbeeld worstelt waardoor er mentaal nog meer ontwrichting plaatsvindt.

Leptine.

Een andere potentiële speler in gewichtsproblemen is leptine.

Het hormoon leptine reguleert onder andere voedselopname, lichaamsgewicht en reproductieve functie.

Leptine wordt ook wel het hongerhormoon genoemd. Wanneer de hormoonfunctie naar behoren werkt, zal er na een maaltijd leptine vrijkomen wat op zijn beurt zorgt dat je hongergevoel vermindert of weg gaat.

Het is aangetoond dat er bij mensen met overgewicht problemen kunnen zijn in de aanmaak van of de sensitiviteit voor leptine.

Zo kan het zijn dat iemand, onafhankelijk van hoeveel ze eten, constant honger ervaart.

Als dit het geval is, zal afvallen niet zo makkelijk zijn als ‘minder eten en meer bewegen’.

Als we weer even terug gaan naar het voorbeeld van de spaarstand, kan je waarschijnlijk wel begrijpen hoe een ontregeling in de hormoonfunctie, als extra schepje bovenop de al uitdagende stapel, iemand z’n leven flink zuur kan maken.

Uitdagingen

In de paper worden twee stellingen gedaan die de uitdaging in het onderzoek naar en de behandeling van gewichtsproblemen blootleggen.

1:

‘Het is echter logistiek moeilijk, zo niet onmogelijk, om goed gecontroleerde naturalistische longitudinale onderzoeken uit te voeren met toegang tot gouden standaardmethoden om biologie en gedrag te meten gedurende een periode waarin gewicht op een normaal tempo kan worden gewonnen.’

2:

‘Het is zeer waarschijnlijk dat er, net zoals er verschillende 'obesiteiten' zijn, verschillende factoren een belangrijke rol spelen bij het veroorzaken van de energiebalans die leidt tot gewichtstoename.’

Omdat het niet mogelijk is om accurate metingen te doen, kunnen we onmogelijk uitspraken doen over individuele gevallen.

Veel van onze vooroordelen over gewicht zijn compleet ongefundeerd en missen de nodige nuance.

Hoewel het vast zo zal zijn dat het in sommige gevallen zo simpel is als ‘minder eten meer bewegen’ zijn er vaker dan niet meerdere bijdragers aan het probleem die elk hun eigen werkwijze behoeven.

Als er 3 personen zijn, waarvan er 1 gewichtsproblemen heeft vanwege medicatie bijwerkingen, de 2e door zware depressie waarbij eten het copingmechanisme is en de 3e door een sterk ontregelde hormoonwerking, kun je niet simpelweg tegen alle 3 zeggen dat ze ‘gewoon moeten gaan sporten’.

De oplossing van gewichtsproblemen zit niet alleen in ‘minder eten meer bewegen’.

Psychologie, hormoontherapie, voorlichting over voeding, lichaamsbeeld, medicatie, leefgewoontes, stress management, beweging en nog vele andere zaken kunnen een rol spelen in de oplossing.

Vorige
Vorige

De evidence based kijk op gezondheid.

Volgende
Volgende

Wat diabetes onderzoek ons kan leren over de ideeën die er bestaan over gezondheid.